23. De kinderen van Bezai, driehonderd vier en twintig;
24. De kinderen van Harif, honderd en twaalf;
25. De kinderen van Gibeon, vijf en negentig;
26. De mannen van Bethlehem en Netofa, honderd acht en tachtig;
27. De mannen van Anathoth, honderd acht en twintig;