11. Zou ik rein zijn, met een goddeloze weegschaal en met een zak van bedriegelijke weegstenen?
12. Dewijl haar rijke lieden vol zijn van geweld, en haar inwoners leugen spreken, en haar tong bedriegelijk is in haar mond;
13. Zo zal Ik u ook krenken, u slaande, en verwoestende om uw zonden.
14. Gij zult eten, maar niet verzadigd worden, en uw nederdrukking zal in het midden van u zijn; en gij zult aangrijpen, maar niet wegbrengen, en wat gij zult wegbrengen, zal Ik aan het zwaard overgeven.