Handelingen 21:1-3 Statenvertaling (SV1750)

1. En als het geschiedde, dat wij van hen gescheiden en afgevaren waren, zo liepen wij rechtuit en kwamen te Kos, en den dag daaraan te Rhodus, en van daar te Patara.

2. En een schip gevonden hebbende, dat naar Fenicie overvoer, gingen wij er in en voeren af.

3. En als wij Cyprus in het gezicht gekregen, en dat aan de linker hand gelaten hadden, voeren wij naar Syrie, en kwamen aan te Tyrus; want het schip zoude aldaar den last ontladen.

Handelingen 21