12. En Michal liet David door een venster neder, en hij ging heen, en vluchtte, en ontkwam.
13. En Michal nam een beeld, en zij leide het in het bed, en zij leide een geitenvel aan zijn hoofdpeluw, en dekte het met een kleed toe.
14. Saul nu zond boden, om David te halen. Zij dan zeide: Hij is ziek.
15. Toen zond Saul boden, om David te bezien, zeggende: Breng hem op het bed tot mij op, dat men hem dode.
16. Als de boden kwamen, zo ziet, er was een beeld in het bed, en er was een geitenvel aan zijn hoofdpeluw.